Strange Ferry Day, 17 juni

17 juni 2017


Het sanitair is hier prima in orde. Nieuw, schoon en een heerlijke warme douche. 
We moeten 2 uur van tevoren bij de ferry zijn, die om 13.15 uur gaat. Het is 10 minuten rijden en we moeten om 11.00 uur van de camping af. We hebben geen zin om 2 uur bij de ferry te wachten, dus we willen inchecken en kijken wat we dan nog in de tussentijd kunnen doen.

Om half 10, bij 52 F (11,1 C) rijden we van de camping. Het is 3,5 mijl naar de boot. Daar slaat de verwarring toe. Er staan al auto's opgesteld. Staan die er al voor de boot van 13.15 uur? Wij gaan het kantoor in en medewerker Donald checkt ons in. We hoeven geen paspoort te laten zien, hij zegt alleen dat we het gas uit moeten doen. Omdat we nu geen idee hebben met welke boot we gaan, buiten stond op het bord 11.00 uur, op onze reservering staat 13.15 uur en op onze boardingpasses staat 14.00 uur, vraag ik voor de zekerheid hoe laat we er moeten zijn. Hij zei dat we nu in de rij moesten gaan staan, lane 3. Het zal wel. Dan gaan we blijkbaar een boot eerder naar Skagway. Dan slaan we het laatste stukje Haines maar over. Op de boardingpasses staat dat we de boot van 14.00 uur hebben, maar het ticket met de code voor op het raam is wel voor deze boot, d.w.z. hetzelfde als de andere auto's hebben. 



Als we even staan komt er een dame langs van de security om ons nogmaals in te checken, net als in Whittier. Zij vraagt ook alleen of we het gas uit willen doen (staat al uit), maar controleert dit niet en hoeft ook niet in de camper te kijken of we toevallig verstekelingen aan boord hebben. Ze scheurt haar deel van het ticket af en we krijgen een post it voor op het raam ten teken dat we door haar ingecheckt zijn. 
Om 10.15 uur komt de boot aan en wordt er uitgeladen. Een U-Haul-vrachtwagen komt uit de boot en sluit meteen weer aan in de rij om de boot op te gaan. Om 10.35 gaan de voetgangers aan boord en daarna slaat bij ons de verwondering wederom toe. Een pickup-truck met kano op het dak en een echt grote caravan erachter wordt als eerste uit de rij gepikt en moet achteruit! de boot op. Dat hebben we nog nooit gezien. Hij doet het overigens heel soepeltjes. Ga er maar aan staan. Na nog een lange camper, die ook achteruit erop moest, mogen wij als 3e de boot op, maar wel gewoon vooruit. In de boot moeten we achteruit steken en helemaal naar achteren rijden. Die 2 grote konden natuurlijk op de boot de draai niet maken, dus moesten ze meteen al de goede richting op staan. 








Een half uur varen later arriveren we in Skagway. Ook weer vooruit eraf en een parkeerplaats zoeken. Dat valt nog best mee. De meeste mensen in de stad komen van de 2 cruiseschepen die in de haven liggen. Een van Princess Cruises en de Volendam van de Holland America Lijn.

Skagway blijkt een gezellig plaatsje. Main Street ziet eruit als een straat uit de golddiggerstijd met gekleurde huizen met false facade fronts en houten trottoirs. We hebben bijna alle 1793 souvenirwinkels bekeken en uiteindelijk toch niks gekocht. We eten een heerlijke Miner's Burger bij de Bonanza Grill en Bar en die staat in de maag. 






Dan wordt het tijd om verder te gaan. Eerst op zoek naar een benzinepomp. Die vinden we, maar het kost wel $ 3,40 per gallon. Dat is wat anders dan in Anchorage met zijn $ 2.59. 

Wij rijden de Klondike Hwy op en dat blijkt al snel een prachtige weg te zijn. Jammer van de laaghangende wolken en de snijdende wind. In de auto hebben we daar natuurlijk geen last van, maar vanmiddag zijn we dik ingepakt op pad geweest. Gelukkig was het op een enkel drupje na droog. 55 F (12,7 C). 



Als we over de White Pass rijden, stijgen we 11%. De omgeving lijkt op lavavelden, begroeid met rendiermos en kleine meertjes ertussen. Echt heel mooi.
Dan laten we de USA definitief achter ons 😥 Pas 30 km verder door prachtige natuur komen we bij de Canadese grens. We zien heel in de verte nog net een zwarte beer oversteken, maar als we in de buurt komen is hij nergens meer te bekennen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hij wel erg ver weg was, dus geen foto en er ook niet rustig van kunnen genieten. 



Dan komt langzaam maar zeker de zon door. Elke kilometer wordt het lichter. 
We rijden langs het Tutsi (Too shy) meer en ook daar is het heel mooi. We zien een bord Conrad Camping 2 km. Dit een Yukon Government campground en we besluiten niet door te gaan naar Carcross, maar om hier te gaan staan. Het is een nieuwe camping, aangelegd in 2016. Het is erg winderig over het meer, dus we hebben graag een plekje een beetje uit de wind, want ondanks de zon is het nog behoorlijk fris. De camping is voller dan we verwacht hadden, maar tijdens het 2e rondje zien we plek 2. 






Dit blijkt een grote (lange) plek te zijn met picknicktafel en firepit, die ook nog redelijk beschut ligt. Die wordt het dus. Het kost CAD 12,-, zoals alle Yukon Government Campgrounds. We hebben wel dollars, maar niet gepast. Iets verderop staan mensen die gelukkig kunnen wisselen, dus het envelopje kan in de buis. 
Even zitten we met dikke truien aan buiten, maar dan wordt het toch echt te fris. 
We moeten bijna koken, maar we hebben vanmiddag stevig gegeten en het is hier een uur later, dus we zijn weer in de war. We gooien toch een stevig stuk vlees op de bbq met sla en hashbrowns en maken het laatste beetje wijn op. We kijken wat we morgen gaan doen. Jan kwam voor het eten met het idee om, als het morgen zonnig is, een stuk terug te rijden en de route nog een keer te doen, maar dan met uitzicht. Het allermooiste stuk kan niet, want dan zouden we weer de grens over moeten. Dan door naar Carcross en de Carcross Desert, de Tagish Loop en naar verwachting zijn we dan om een uur of 5 in Whitehorse en moeten we gaan inpakken😝